Prelude
Gisteren was er zoveel te doen, maar te weinig tijd. Eerst vroeg opstaan voor naar het VOC te gaan. Gelukkig was het daar rustig en was al het werk al snel gedaan.
[Extra inzicht dat ik pas vandaag vrijdag 3 november, het moment van dit overtypen, kreeg: iemand had met een rood notapapiertje een vlinder gemaakt door middel van origamitechnieken. Het lag op de rest van de stapel papiertjes, vlak in het zicht. Dit bleek reeds het begin te zijn van een hele reeks. Nu ik dit vandaag terug zag liggen in het VOC, sloeg het bijna in als een bom. Het was ongelooflijk. Nog steeds sta ik versteld van de ‘intelligentie’ van het ‘Universum’. Je moet het meemaken om het te geloven en te begrijpen.]
Na het middageten douchen om diergeurtjes te verwijderen en om fris aan de retraite te kunnen beginnen. Ik moest mijn bagage nog maken en andere, kleinere taken doen zoals mijn plantjes water geven. Nog met een vriendin afgesproken en iets gaan eten samen, om erna nog gauw naar de yogales te gaan. Uiteindelijk heb ik geen tijd meer gehad om bij de buren langs te gaan om hun bestelling van Tupperware te brengen die net was aangekomen. Dat is dan voor na de retraite.
Begin
Pas tegen 24u à half 1 in de nacht was ik volledig rond met alles en kon ik eindelijk in bed kruipen. Om mijn trein van 6u49 te halen, moest ik ten laatste om 5u30 eruit, want ik schatte dat het zo’n half uur stappen was met mijn bagage tot aan het station. Nog de laatste bagagespullen inladen – deze had ik nog nodig in de ochtend – en mijn sandwiches smeren voor op de trein. Zo was het 6u20 toen ik vertrok, te voet, met een zwaar geladen rugzak en een koffertje.
Eerste ontmoeting
Blijkbaar was ik niet de enige persoon die zo vroeg al de trein nam. Er was nog een dame en een groepje vriendinnen. Even later kwamen er nog een andere dame en een meneer bij. Ik zat op een van de banken, lekker ingeduffeld in mijn zwarte jas en een heerlijk warme sjaal rond mijn nek. Het was namelijk niet erg warm, zo’n 9 à 10°C. Even voordat de trein aankwam, kwam de eerste dame in mijn richting en bleef wat bij me vandaan staan. Uiteraard zei ik ‘goede morgen’ toen we oogcontact maakten. Ze antwoordde met ‘bonjour’. Verrast zei ik dat terug, waardoor ze helemaal leek op te flakkeren. Zo hebben we tot in Antwerpen Centraal Frans gesproken en elkaar leren kennen. Haar trein had eerst 5 minuten vertraging, dat werden er later nog 15. Om zeker te zijn dat die in Brussel Noord zou stoppen, wachtte ik samen met haar tot deze info op het paneel zou verschijnen. Toen deze eindelijk erop kwam, hoorde ik het fluitje van de conducteur van mijn trein. Gemist. Helaas. Gelukkig rijden er nog wel meer treinen naar Gent Sint Pieter. Omdat er maar 1 trein per uur van Gent Sint Pieter naar Drongen rijdt, kwam ik dan ook een uur later dan gepland aan. Maar wat is een uur vertraging tegenover iemand leren kennen en deze helpen?
Nieuwe wereldse ervaringen
Het was me de rit wel vanuit Antwerpen naar Gent! Naast, voor en achter me zaten er jongeren die, in mijn ogen toch, al geen goede eerste indruk gaven. Maar het was rustig dus bleef ik zitten. Toen we al even onderweg waren hoorde ik ineens heel hard gesnuif. Zaten die gasten aan de andere kant van het gangpad drugs te snuiven! Djeezus. Nog nooit in heel mijn leven had ik drugs gezien – de sensibiliseringslessen en –campagnes met getuigenissen in het lager en middelbaar buiten beschouwing gelaten – noch had ik mensen drugs zien gebruiken in het echte leven – ook hier films etc. niet meegeteld. Dus ik was nog nooit zo dicht in de buurt geweest van zulk spul. En dat deed vreemd. Een van die gasten had ook nog eens een vettig lachje, wat gruwde ik ervan!
Openbare orde?
Nog even later zetten de jongeren achter mij een luidsprekertje op met hun ‘muziek’. Echt niet mijn ding, ook niet van de medepassagiers naar hun blikken en gedrag te zien. Dus vroeg ik hen vriendelijk om hun muziek voor henzelf te houden. Dit deden ze, gelukkig, zonder morren of problemen ervan te maken. Toen we bijna in Gent Sint Pieter aankwamen, zetten de jongeren vóór mij op hun beurt hetzelfde soort muziek op, weer even luid als toen bij die anderen. Opnieuw vroeg ik om het af te zetten of oortjes te gebruiken, want ook nu zag ik de andere passagiers kijken en zich eraan storen. Maar ze zeiden niets, ze durfden misschien niets zeggen. De gast die de muziek had opgezet weigerde omdat ‘niemand anders’ er iets van zei. Ik antwoordde dat ik zag dat andere mensen er zich ook aan stoorden maar dat ze misschien hun mond niet durfden open te doen. Dan was het opeens omdat ik het niet vriendelijk genoeg had gevraagd. En toen vanwege mijn toon (omdat ik wel degelijk fatsoenlijk was gebleven, ondanks dat het al de tweede keer was dat dit soort basisrespect moest worden uitgesproken). Daarop antwoordde ik dat als we het al moeten vrágen om muziek af te zetten in het openbaar vervoer, dat er dan al iets mis was. Respect naar andere mensen toe staat nooit mis. Uiteindelijk zette hij het zachter zodat het niet meer al te storend was.
De Oude Abdij
Fast forward naar De Oude Abdij: daar aangekomen, werd ik heel vriendelijk ontvangen door een jobstudente. Het was dus al zeker 10u. Ze ging met me mee om mijn kamer te wijzen en liet tussendoor de belangrijkste ruimtes zien: de ‘living’ met een ijskastje waarin frisdrank, bier en water stond (tegen vergoeding), een tafel met stoelen en een volle boekenkast. In de ‘pelgrim’keuken was er een eettafel waarop manden met fruit en koekjes lagen, enkele kasten voor het eetgerief, twee bestekschuiven, een ijskast waarin ons eten zou staan elke dag (beleg voor op het brood, koude plat en dessert) met permanent melk, confituur, enkele yoghurts en mayonaisepotjes. Daarnaast beschikten we over een ‘pompbak’, een koffiezet en waterkoker, twee thermossen, een micro en radio, gemalen koffie, een doos theezakjes, zout en peper, choco en honing, suiker, boter en brood. Buiten dat was er nog een grote keuken (voor het geval we iets nodig hadden zoals een grote scheplepel voor de soep). Bij het door de gangen lopen kwamen we voorbij enkele binnentuinen, waarvan er een de ‘Goddelijke Tuin’ werd genoemd (of toch zoiets in die aard). Blijkbaar keek mijn kamer daar ook op uit. Toen ik terug in de kamer was na deze simpele rondleiding, installeerde ik me en maakte het bed op. Alles zo snel mogelijk, want ik was zo moe van de korte nacht en de reis zelf. Zo kon ik eindelijk terug even slapen, het was al zo’n 11u in de voormiddag. Het middageten zou rond 12u30 geserveerd worden.
Dat begint al goed!
Dus zette ik mijn wekker om 12u15, dan kon ik nog op mijn gemak wakker worden en de slaap uit mijn ogen wrijven. Zodra ik mijn ogen dicht deed, viel ik in slaap. Mijn wekker maakte me wakker, maar nog voor ik deftig en wel bekomen was, klopte iemand op de deur. Ik riep ‘Ja?’, maar de persoon kwam niet binnen. Dus snelde ik uit bed en deed de deur open. Het was pater Wauthier! Hij zei dat het eten klaarstond en ze op me wachtten. ‘Maar het is net kwart na 12, het eten wordt toch pas om half 1 geserveerd?’ Blijkbaar was het dus reeds om kwart na 12 etenstijd. Dat stond op een papiertje op de tafel in de keuken, maar wegens te moe had ik niet meer de moeite genomen om terug naar daar te gaan en te zien wat erop stond. Dat begint hier al goed! Gelukkig namen de twee andere vrouwen, die reeds aan tafel zaten, er geen aanstoot aan dat ik te laat was. Hun gezelschap was trouwens heel erg aangenaam! Dat deed deugd!
Rusten en bekomen
Na het middageten voelde ik nog steeds de nood om te rusten, dus viel ik opnieuw in slaap. Al mijn dromen waren precies een verwerkingsproces van deze nieuwe omgeving. Ik liep bijvoorbeeld door gangen die zogezegd dezelfde waren als die van de abdij. Er kwamen massa’s mensen aan die hier wilden verblijven, maar niet op stilteretraite. Zo waren er trappen die alleen ik kon zien, die leidden naar de vertrekken van de pelgrims die wél op stilteretraite waren.
En nóg meer verwerking
Een andere droom gaf aan dat er meer pelgrims kwamen en dat we met behulp van een spel met kaartjes elkaar beter leerden kennen. We moesten de juiste kaartjes met de juiste personen linken, want het betrof eigenschappen of talenten van de aanwezigen. In nog een andere droom zei iemand iets over mijn ogen, die speciaal, krachtig of iets dergelijks waren. Altijd fijn om te horen, ook al zijn het je eigen hersenen die dit zeggen. Nu is het net 22u, dus zo’n 12u geleden dat ik hier ben aangekomen. Ik ben uitgerust, maar ga sebiet weer slapen. Tot morgen!
Veel liefs,
JP
0 reacties
7 pingbacks