Nacht

Innerlijke roerselen

Ook deze nacht had ik weer vreemde, levendige dromen. Nu op het einde van de namiddag herinner ik me er niet veel meer van. Wat ik nog wel weet is dat ik in een soort van kasteel was, samen met heel veel andere mensen. Op een bepaald moment moesten we vluchten naar onze vertrekken omdat er een of ander onzichtbaar monster of vijand in groten getale ons aanviel. De verantwoordelijken per afdeling probeerden zo vlug mogelijk de geheime combinaties in te geven op de ingangen van hun vertrekken, zodat iedereen daar zich veilig kon verschuilen. Er vielen doden en gewonden in snel tempo, dus de psychologische druk speelde niet in hun voordeel. Er waren waarschijnlijk zo’n 4 grote groepen, à la Zweinstein.

En het wordt vreemder

Nog iets anders dat me is bijgebleven is dat een persoon zogezegd mijn halfbroer was (die ik ook echt heb, maar niet ken) en die wilde me eerst kussen. Op de mond nog wel! Ik weigerde aangezien zoiets niet gepast is tussen broer en zus. Toch slaagde hij erin me te kussen, de snoodaard! Vervolgens wilde hij seks. Om de een of andere bizarre reden stemde ik uiteindelijk toe, op voorwaarde dat hij condooms bij had en ze ook gebruikte uiteraard; ik had zelf geen condooms meer. Gelukkig werd ik wakker voor we aan de daad begonnen.


Dag

In de voormiddag scheen de zon, de lucht was prachtig, helder blauw. Toch wilde ik eerst een hoofdstuk van ‘Feel Alive’ (van Ralph Smart, aka Infinite Waters) verwerken alvorens te gaan wandelen en proberen te mediteren.

De vlinder

Toen ik naar buiten ging, viel het me op dat de eerste bomen, aan het begin van het wandelpad nog zo’n licht groene bladeren hadden, dat het leek alsof het nog maar net lente was geworden. In combinatie met een stralende zon was een lente-gevoel dan ook niet ver af. Het was zó mooi! Ik werd er dadelijk emotioneel van. Tijdens de wandeling werd ik wel meermaals overvallen door een overweldigende emotie, door de pracht van de natuur te aanschouwen. Ergens halverwege vloog een vlinder voor mijn ogen voorbij. Ik volgde ze met mijn blik en zag ze neerfladderen op een blaadje in mijn buurt, haar vleugels gespreid, alsof ze zich in het zonlicht aan het opwarmen was. aangezien ik mij de uitleg van meneer Smart herinnerde over vlinders, vroeg ik haar hoe ik ook zoals haar volledig zou kunnen transformeren en vleugels krijgen, lichter worden. Haar antwoorden konden evengoed mijn eigen innerlijke stem zijn die clichés zat te quoten en te herhalen. Tot zo ver mijn conversaties met een vlinder.

Uitspringende blauwe vlinder

Poging tot meditatie

Verderop op een stoel trachtte ik te mediteren terwijl een zonnetje me met har stralen streelde, warm hield en verlichtte. Ik concludeerde dat ik moeilijk diep kon in- en uitademen en dat ik de uitknop van mijn hersenen nog niet had gevonden. Volgende keer beter zeker? Ik weet dat ik moeilijk van de eerste keer al een succesvolle meditatie zou ervaren. Oefening baart kunst.


Tweede poging

In de namiddag wilde ik een nieuwe poging wagen. Ik wou op een bankje gaan zitten waar ik ook ineens midden in de zon kon zijn. Helaas was de enige bank die aan die vereiste voldeed volzet, of toch gewoon bezet door een dame op leeftijd. Ik wilde haar persoonlijke ruimte respecteren en zocht naar een andere bank die ook een béétje zonlicht zou hebben. Die vond ik juist eentje verderop. Toch wou ik, zodra de dame zou weggaan, haar plaats innemen.

Confrontatie met mezelf

Tijdens mijn rondje, nog voordat ik een bank vond, maalden zovele gedachten door mijn hoofd. Ik werd er gek van. Konden die stemmen niet eens even zwijgen? Ik werd zo hard met mezelf geconfronteerd dat ik ervan moest wenen.

Op de bank zag ik in dat ik vrij wilde zijn, mijn vleugels uitslaan, licht worden, stralen, maar dat ik gevangen zit in mijn eigen hoofd. Mijn gedachten houden me als zware kettingen rond mijn armen vastgeboeid in de donkerte van een kerker. Dit gaf me opnieuw een harde klap.

Al die vragen

Opnieuw wilde ik me concentreren op het hier en nu, op mijn eigen ademhaling. Ik wilde eindelijk eens de antwoorden krijgen op de vele vragen die ik had voor ik naar hier vertrok. De reden waarom ik ook hier was: waarvoor ben ik hier in dit leven? Wat heb ik in dit leven te leren? Wat heb ik de wereld te bieden? Waar ligt of liggen mijn talent(en)? Welke richting moet ik uit in mijn leven? Zit ik nog wel juist? Hoe weet ik dat ik juist zit? Hoe kan ik mezelf voor de volle 100% aanvaarden zoals ik ben? Hoe kan ik ooit mijn gebreken aanvaarden? Hoe kan ik voor de volle 100% van mezelf gaan houden? Hoe kan ik me overgeven aan het moment als er steeds weer die gedachten komen? hoe kan ik naar mijn hart luisteren als mijn hersenen constant liggen te praten, te schreeuwen?

Een aanpasser, pleaser, masker?

Adem in, adem uit. Misschien wil ik wel teveel in 1 keer. Ik wil gewoon mezelf terugvinden. Maar hoe doe ik dat als ik niet weet waar te zoeken, of hoe. Is er ooit een ‘mezelf’ geweest? Ik stelde me toen al dezelfde vragen. Als sinds het middelbaar zocht ik naar een houvast. Volgens mij heb ik die pas vele jaren later gevonden, of dat maakte ik mezelf misschien wijs. Ik ben altijd mezelf. Maar in verschillende contexten komen er meer of minder delen van mezelf naar boven, tot uiting. Zijn dit maskers? Ik hoop van niet. Ik ben alleszins niet fundamenteel anders in die verschillende contexten. Ik laat gewoon niet altijd alles zien van mezelf. Ik pas me altijd aan aan de situaties en de mensen. Ja, ik ben een pleaser. Een overlevingsmechanisme vanuit mijn peuter/kleuterjaren en kindertijd dat zo’n fundamenteel deel van mezelf is geworden dat ik mezelf haast niet kan voorstellen zonder – ben ik ‘ik’ dan nog wel als ik dat kan laten vallen? Ik wil mensen niet tot last zijn. Ik wil mensen graag blij maken, tevreden stellen. Ik wil iets betekenen in het leven van anderen, ik wil iets positiefs geven van mezelf aan de wereld. Is dit mijn masker?

Tot de essentie komen

Ik moet mijn ware zelf zien te vinden, al die lagen van pleasen van me afschudden tot er alleen nog maar een rauwe versie, mijn authentieke zelf overblijft. Maar ga ik die zélf wel leuk vinden? Ik ben bang dat er dan alleen nog maar een boos, wrok koesterend iets overblijft. Of zijn dat zaken die tussen die lagen verborgen zitten? Dat ik die lagen ooit heb gecreëerd om die negatieve gevoelens en emoties te verstoppen? Om mezelf te beschermen van wat er in de buitenwereld gebeurde, met mezelf en de wereld? Om mezelf te beschermen van mijn eigen schaduw, om anderen ervan te vrijwaren? Hoe stop ik met anderen te pleasen? Hoe bevrijd ik al die schaduwen zonder dat er al te veel vernieling rondom me plaatsvindt? In welke staat ga ik mezelf terugvinden ? En vooral, hoe sta ik dan in de wereld?

Na al die jaren toch weer van nul af aan?

Ik zit precies terug in dezelfde crisis als in mijn eerste middelbare school leerjaren. Alleen omgekeerd. Toen was het: wie ben ik, waar hou ik van, waar hou ik niet van, welke mening heb ik, … vorm een eigen identiteit, waar hoor ik bij, bij wie hoor ik en bij wie niet, … wat doe ik hier op de wereld, wat heb ik te bieden aan de wereld, … reeds toen had ik die vragen al. Op een bepaald moment denk je dat je het weet, maar blijkbaar zullen het steeds maar tijdelijke antwoorden zijn. Voor elke fase in het leven…

Adem in, adem uit.

Wijsheden als gids

Er zijn zoveel goede wijsheden die ik al langer geleden ben tegengekomen, maar die nu weer opduiken. Met name in het boek van meneer Smart. Best goed eigenlijk dat ik weer eens eraan word herinnerd. Komt ook goed uit nu. Ik moet er maar eens dringend werk van maken, het is niet meer te houden.

Ik ben een deel van het universum, een ‘tijdloos wezen’ dat een menselijke ervaring meemaakt. Ik voel het niet, misschien hoor ik toch niet in dit universum, maak ik deel uit van een ander. Zie je, ik wist het wel dat ik ‘anders’ was! Stop met denken!

Maak contact met de bron. Welke bron? Waar zit die in mij? Is die rond? Stop.

Herontdek het kind in jezelf. Hou het levend(ig). Nogal moeilijk als je als kind eigenlijk al geen kind meer was. dan maar mijn kindertijd inhalen zeker?

Weet hoeveel je niet weet. Hoe kan ik nu weten hoeveel ik niet weet als ik niet weet wát ik allemaal niet weet? Dan is er een verschil tussen een oneindig aantal zaken en een oneindigheid aan oneindig aantal zaken. Beide versies zijn gewoon niet te vatten door de menselijke geest. Daar gaat mijn ‘verlichting’.

Ga eens blootvoets door het leven. In deze koude periode, met modderige ondergrond? Nee danku.

Maak een wandeling door de natuur, dat zal je geest opklaren, leeg maken. Of juist een oneindige stroom aan gedachten opleveren, ja.

De buitenwereld is een reflectie van je binnenwereld. Duidelijk. Grasmaaiers, vrachtwagens, treinen, straaljagers, … oh en grazende koeien, kleine vogels die fluiten, waterkiekens die roepen en duiken, eenden die kwaken en de wind door de bomen.

Jezelf gespannen voelen is je eigen keuze. Juist ja, ontspan.

Focus je op wat je wil, of op wat je vreest? Wat wil ik nu eigenlijk? Zingen in een metalband, schrijver van fantasyverhalen worden, innerlijke en uiterlijke gezondheidstherapeute / -coach / -vertegenwoordigster worden, … zovele dromen, doelen, ideeën… Voor welke moet ik gaan? Moet ik kiezen? Kan ik niet alles tegelijk doen? Of is er een ander pad voor me weggelegd?

We trekken aan wat we zijn. Deze laatste dagen lijken me te zeggen dat het wel goed zit. Voorlopig.

Adem in. Adem uit.

Ik heb echt een jaar van stilte en herbronning nodig als ik het zo zie. Zoveel te bereiken, zo weinig tijd. De paniek slaat toe. Mijn jeugd heb ik aan me voorbij laten gaan, ik zat in een waas, in een zwart gat. Overleven was al moeilijk genoeg. Nu ik eindelijk kan léven, wil ik veel inhalen. Nu lijkt de tijd die me op aarde werd gegeven te kort. Ik heb constant het gevoel dat de tijd genadeloos voorbij tikt, dat ik achter loop, dat ik al meer had kunnen bereiken op bepaalde vlakken dan ik nu heb bereikt. Ik wil mijn achterstand inhalen. Ik wou dat ik nu al zover stond als die anderen op die bepaalde vlakken. En toch zeggen de tekens mij om het rustig aan te doen, alles op zijn tijd. Nee! Er is juist geen tijd te verliezen! Die en die hebben al … en zo val ik in de val van mezelf te vergelijken met anderen. Zij zijn mij niet, ik ben hen niet. Iedereen leeft in zijn eigen ‘tijd zone’.

Ik heb nog genoeg tijd. Tijd zat. Morgen nog een hele dag en overmorgen nog een beetje als ik wil/kan. Bekijk de wereld vanuit overvloed!

Adem in. Adem uit.

Hoe voel ik me? Geen idee.

Adem in. Adem uit.

Wat voel ik? Dat ik opnieuw moeilijk diep in en uit kan ademen. Deze keer ligt het aan de chocomousse die ik daarnet heb opgegeten. Die ligt me nogal zwaar op de maag.

Dieren gaan gewoon mee in/met de stroom, ze zijn vrij in hun zijn, vrij om van het leven te genieten. Hoe vaak heb ik al niet gewenst dat ik een dier was? zonder zorgen, gewoon grazen zoals de koe aan de overkant van de beek en zo nu en dan met mijn staart zwiepen om die vliegen weg te jagen. Ik heb nog nooit een koe gezien (of ervan gehoord) met een existentiële crisis. Van een koe die opmerkte dat het gras aan de overkant groener is en daarover zit te kiezen. Of van een koe die zich opeens afvraagt of het leven nu echt wel alleen ‘dit’ is. Grazen, drinken, ontlasten, gedekt worden, werpen, melk produceren, zogen, slapen, loeien, vliegen, … Of er niet zo iets anders in het leven is dan dat. Wat had ik graag een paard willen zijn, of een kat. Of zelfs een dolfijn. Of toch maar een vogel? Dan liefst geen duif.

Wat is het mensenleven toch zo ingewikkeld. Waarom hebben we hersenen gekregen die ons wegleiden/afleiden van het hier en nu? Het lijkt wel een vloek (voor mij op dit moment). Of is het juist onze redding? Wie weet hebben we ze gekregen om deze uitdaging te doorstaan en is het de overwinning van de afleiding dat ons collectieve doel is?


Een vlinder. De vlinder!

In de eetzaal gaan deze gedachtegangen verder. Opeens zie ik de afbeelding van de vlinder in een kader aan de muur recht tegenover mij. Plots daagt het mij. Al die tijd heb ik het zien hangen. Al die tijd zag ik wel dat het een vlinder was. Maar ik ‘zag’ het nog niet. Nu pas dringt het tot me door. Het symbool. De tekens. De vlinder van meneer Smart. De vlinder tijdens mijn wandeling. Waarom zie ik de link nu pas? Stomverbaasd door dit inzicht, en mijn eigen lompigheid hoor ik opeens de stemmen in mijn hoofd gezamenlijk zwijgen. Het is opeens doodstil. Ik zit alleen aan tafel. Dan besef ik ineens hoe alleen ik ben. Het leek alsof de stemmen in mijn hoofd me gezelschap houden. Nu ze collectief er het zwijgen toe doen, ook al is het maar voor enkele seconden, merk ik pas hun impact. Ik ben plots wel heel erg alleen.

“En, wat doet dat met je? Hoe voel je je daarbij?” zoveel tijd om in een of ander gevoel te komen heb ik niet gehad nu ik terug tegen mezelf praat. En sinds wanneer spreek ik mezelf aan in de tweede persoon?

Ik verwacht gewoon teveel van mezelf (op korte tijd), ik leg de lat gewoon veel te hoog voor mezelf. Ik ben te streng voor mezelf.Groene origami vlinder


Een gesprek met K. tijdens het eten doet me deugd. Haar peptalk en goede raad zijn precies wat ik nodig heb. Ik verwacht inderdaad teveel van mezelf en leg de lat voor mezelf veel te hoog. Waar heb ik dat nog al eens gehoord?


Hierna heb ik afscheidsbriefjes uitgeschreven voor zowel N. als K., de twee andere dames die hier samen met mij verblijven. N. vertrekt namelijk morgenmiddag al. Woensdag is het mijn beurt en K. vertrekt pas donderdag. Nadat ik ze af had, kreeg ik het el even moeilijk. Ik ben zo dankbaar dat deze twee vrouwen mijn pad hier hebben gekruist. In mijn universum bestaat er geen toeval. Elks hebben ze me onbetaalbare dingen meegegeven. Afscheid nemen is nu eenmaal noodzakelijk, maar dat maakt het er niet gemakkelijker op. Na deze emotionele dag zal ik wel goed slapen vermoed ik.

Veel liefs,
JP